Wat lees je in episode 3

Om van het drooggelegde Wijkermeer naar Barendrecht te komen, vaart men in de jaren rond 1876 via de ringsloot van de Haarlemmermeer. Waar nu luchthaven Schiphol naast ligt.

Het dorp Westveen is rond 1876 een dorp of buurtschap in de provincie Utrecht. Tegenwoordig is het dorp een naamloze groep huizen en molen in de provincie Zuid-Holland, onderdeel van het dorp Woerdense Verlaat. Wil Westveen zijn naam terug? Wát is identiteit? Waar is identiteit.

En dan couplet 18’s woordje ‘dra’ (vlug). Dra – losstaand zonder ‘wel’ – is  een normale zaak, en inzetbaar.

Ja, daar ga’k Pa.
Dra pa.
Ja, ik ga daar Ma.
Dra ma!

(S. Geel, 2015)

 

Jacob Maris schilderde Gezicht op Schiedam (Dordrechts Museum), rond 1880. Juist als Albertus voorbij vaart, mag zijn. Buurtschap Koedood heeft ook geen plaatsnaam meer. Willen mensen in Koedood ook die naam op een bord?

Sander Geel

 

---

 

Episode 3              Zuid-Holland Zuid

14
Toen zeilden wij, (de wind was noorden)
Tot ’s avonds omstreeks elf uur
De noordenwind was niet van duur
Zoo dat men haast geen blad meer hoorde
Toen steken wij, maar ’t was ook nacht
Maar hadden ’t ook al ver gebracht.

15
“Westveen”, zoo is het dorp geheeten
Maar ’s morgens vroeg daar weer vandaan
Zijn toen op “Gouda” afgegaan
Daar hebben wij dien dag versleeten
Daarna gesleept, langs de “IJsel” heen
Naar “Rotterdam”, en daar beneen.

16
’t Was voor de stroom, vanzelf wij dreven
Met nu en dan een vlaagje wind
Die door haar breedte werd bemind
En voerde tot een vrolijk leven
Want zie de wind bond nog wat aan
En zijn al zeilend voortgegaan.

17
Van zelf nu kunt ge wel bemerken
Dat onze reis werd voortgezet
“Schiedam” werd door ons opgelet
Ofschoon wij hoefden niet te werken
De nieuwe “Maas”, reeds afgelegd
Heeft d’ Oude Maas ons niet ontzegd.

18
Nou op de “Oude Maas” gekomen
Niet voor de wind, schoon in den stroom
Met luwte van een enk’len boom
Kwam dra de vloed naar binnen stroomen
Die ons, om maar eens kort te gaan
De losplaats aanwees, met de maan.

19
Het was te “Koedood” waar wij losten
De lading zo ge weet was vlas
Van zelf die bleef zoals ze was
Maar waren vrij van havenkosten
En losten leeg, ’t was vlug gegaan
En voeren toen daar weer vandaan.

20
Maar zoo het meest gaat op de stroomen
Dat gaat wel aan met sterken wind
Op wat rivier men zich bevindt
Als die vanachter wordt vernomen
De vloed brengt weinig voordeel mee
Licht blijft men hangen op de ree.

(Copyright Albertus Geel)

 

(Zicht op Gouda. foto Michel van Kooten. Meer foto’s)

 

Volgende week:  episode 4: Sporen van water